College 2 & 3: Werkprocessen

In deze 2 colleges zijn we bezig geweest met animeren. De eerste opdracht was het maken van een 'racemonster' van klei of plasticine in tweetallen. Hierbij waren drie dingen van belang: de onderdelen van het racemonster moesten los van elkaar kunnen bewegen, het racemonster moest er snel uit zien en het racemonster moest karakter hebben. Met een beoordelingsmatrix hebben we dit racemonster vervolgens beoordeeld. Voor de tweede opdracht moesten we samenwerken met een ander tweetal. De bedoeling was om een animatiefilmpje te maken waarin de racemonsters een wedstrijd hielden tegen elkaar. Daarnaast hebben we het dit college gehad over werkprocessen. Hieronder vind je beide opdrachten inclusief een reflectie op deze les en een uitwerking van de verschillende werkprocessen.
 
Het 'Racemonster'
 



 
 Beoordelingsmatrix 'Racemonster'

Criteria

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Voertuig in 3D?

0

1

2

Snel

0

1

2

Karakter

0

1

2

Losse beweegbare onderdelen

0

1

2

Hierboven is de beoordelingsmatrix te zien van ons racemonster. Zoals te zien zouden wij ons racemonster 6 punten krijgen van de 8 te behalen punten, een mooie score dus! Waar we punten op hebben verloren is o.a. de snelheid die het racemonster uit moest stralen. In de les waren we vooral bezig met het karakter van het racemonster. Hoe langer we bezig waren, hoe meer dingen we erbij verzonnen die het racemonster meer karakter gaf, maar waardoor de snelheid toch ietsje afnam. Zo vonden we het een heel grappig idee om de mond met uitstekende tong aan de achterkant van de wagen ta maken, zodat het leek alsof ons racemonster zijn tong uit strak naar alle racemonsters die nog achter hem kwamen. Echter zorgt een (wapperende) uitstekende tong natuurlijk voor weerstand, waardoor hij daardoor wel weer minder snel is. Het was dus een afweging tussen karakter en snelheid, waarin wij de weg van karakter in zijn geslagen. Waar ons racemonster verder nog punten mist, is het criterium 'losse beweegbare onderdelen'. We hadden namelijk aanvankelijk moeite met de bedoeling hiervan. Zo hadden we de wielen in eerste instantie aan het racemonster vast gemaakt, omdat we niet goed snapten hoe de wielen los konden zitten zonder dat de auto plat op de grond lag. Na een tip van de docent kwamen we hierachter. We plaatsten het racemonster op twee plateautjes waarvoor we de wielen plaatsten, zodat de plateautjes niet meer te zien waren. Op die manier hadden we uiteindelijk toch losse en beweegbare wielen.
 
Resultaat: Animatiefilmpje 'Monsterrace'
 
 
Beoordelingsmatrix Animatiefilmpje
 

Criteria

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Snelheid in races

0

1

2

3 scènes: start, rijden, crash

0

1

2

Achtergrond gaat voorbij

0

1

2

Strijd tussen de 2 auto’s

0

1

2

Duidelijke crash?

0

1

2

In de beoordelingsmatrix is te zien dat wij ons animatiefilmpje hebben beoordeeld met 8 punten. We hebben punten laten liggen op de criteria 'snelheid in races' en 'achtergrond gaat voorbij'. Waarschijnlijk hebben deze 2 dingen te maken met het feit dat we te snel en ongeduldig hebben gewerkt. In eerste instantie kwam dit ook door het feit dat er behoorlijke snelheid in het werken moest zitten. De klok was namelijk een uur terug gegaan in het weekend voor de les, maar in het lokaal stond hij nog op een uur later. De docent dacht dus in eerste instantie minder tijd te hebben dan er in werkelijkheid was. Als groepje zijn wij daarom al heel snel toe gaan werken naar de crash, waardoor het hier en daar wat slordig is geworden en we dus ook wat punten hebben laten liggen. Toen later bleek dat we dus meer tijd hadden, hadden we een groot deel van het filmpje al gemaakt en moesten we dus beelden plaatsen tussen de gemaakte beelden door. Dit nam veel tijd in beslag. Daarnaast waren we nog niet heel bekend met het programma, waardoor het soms niet helemaal lukte en het geduld daardoor weg ebte. Achteraf jammer, want ik denk dat er meer in had gezeten dan het nu is geworden. Desalniettemin vind ik het een leuk filmpje geworden en is vooral de crash goed gelukt! 

Werkprocessen

   De volgende 3 werkprocessen komen aan bod bij Beeldende Vorming.

1. Traditioneel Ambachtelijk Werkproces
Bij dit werkproces gaat het met name om het namaken van iets, oftewel om reproductie. Het maken van het 'racemonster' was bijvoorbeeld deel van een traditioneel ambachtelijk werkproces. Er werd ons gevraagd om met klei of plasticine een racemonster te maken zoals in de Pixar film Cars. Een voordeel van een werkproces als deze is dat je bepaalde technieken goed leert toe te passen. Een nadeel is dat het de eigen creativiteit enigszins blokkeert, zeker wanneer je iets precies moet namaken. In de 'racemonster' opdracht mochten we onze creativiteit immers nog de vrije loop laten, maar dit is niet het geval bij de 'werkjes' die kinderen op de basisschool moeten maken. Dit is vaak slechts het kopiëren van het voorbeeld van de leerkracht.

2. Ontwerpproces
Bij dit werkproces kom je al doende tot een resultaat. Je probeert verschillende dingen, maakt schetsen en vergelijkt deze met elkaar om steeds tot een beter ontwerp te komen. Dit betekent dat je niet snel tevreden kan zijn, want je streeft naar het beste van het beste. Hierdoor vraagt deze vorm veel van een kind, omdat het lang met iets bezig is, voordat het ontwerp klaar is. Zeker wanneer kinderen niet gewend zijn om te produceren, te evalueren en opnieuw te produceren kan dit een zware opgave zijn. Echter kan het daarnaast ook aantrekkelijk zijn voor kinderen, omdat je werkt vanuit je eigen ideeën en concepten. Na het maken van het racemonster en voor het maken van de animatie stond eigenlijk het maken van een storyboard (wat moet er gebeuren, wie doet wat etc.) op het programma. Hier was helaas te weinig tijd voor, anders was dit een mooi voorbeeld geweest van hoe een ontwerpproces in zijn werk gaat.

3. Experimenteel Werkproces
Bij een experimenteel werkproces begin je te werken en te creëeren zonder dat je van tevoren weet wat het eindproduct gaat worden. Het gaat om experimenteren met materialen en steeds reageren op wat er dan gebeurt. Niet zo zeer het eindproduct staat centraal, maar meer het proces hoe je tot dit eindproduct komt. Een proces waarin je steeds weer nieuwe dingen ontdekt en maakt. Wat ontzettend prettig is aan dit werkproces is, is dat je er direct mee aan de slag kunt. Je hoeft niet eerst ellenlang na te denken over wat je gaat produceren, maar je gaat gewoon aan de slag. Een nadeel kan echter zijn dat je het wel moet durven. Sommige kinderen hebben bijvoorbeeld erg veel behoefte aan structuur en regels, en dan kan het lastig zijn om dit ineens los te moeten laten. In deze les maakte het maken van het animatiefilmpje deel uit van een experimenteel werkproces. We moesten het maar gewoon ervaren, en hoewel er een paar criteria waren, kon verder eigenlijk alles. Hierdoor was het echt leren door te doen wat mij persoonlijk erg goed bevallen is!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten