Eindopdracht

Een onderdeel van de eindopdracht van het vak Beeldende Vorming is, naast het maken van deze blog, het ontwerpen van een nieuwe les Beeldende Vorming voor de bovenbouw. Deze les moet door middel van het lesfasenmodel zijn opgesteld, en moet dus alle fasen uit dit model bevatten. Hieronder vind je mijn uitgewerkte les.

Een les Beeldende Vorming voor groep 8:
Affiche voor de Afscheidsmusical

Voorbereiding

Context

Belevingswereld
Ieder jaar, meestal net na de CITO toets, gaat groep 8 aan de slag met hun afscheidsmusical. Er wordt een musical uitgekozen, rollen worden verdeeld, er wordt geoefend, er wordt decor gemaakt etc. Het laatste half jaar van de basisschool is in ieder geval elke leerling, in wat voor rol dan ook, wel bezig met het voorbereiden van de afscheidsmusical. En omdat de hele school én alle ouders van de leerlingen uit groep 8 deze afscheidsmusical krijgen te zien, is de druk hoog om er echt iets moois van te maken. Zeker omdat het hun afscheid is van de school, maar tegelijkertijd ook een beetje van elkaar. Elke leerling zal daarom enorm betrokken zijn bij het onderwerp. En daarom dus een perfecte timing om bij aan te sluiten in een les Beeldende Vorming.

Basisplan

Opdracht en randvoorwaarden
De opdracht is om een aantrekkelijk affiche te ontwerpen voor de afscheidsmusical. Een affiche dat uitnodigt om te komen kijken en dat het gevoel uitdraagt dat de musical het publiek mee wil geven. Vaak draagt een musical meerdere gevoelens uit, dus het is maar net welk gevoel de leerling het meest bij de musical heeft. Misschien ziet één leerling vooral de vrolijkheid, maar vindt een andere leerling juist het spannende gedeelte belangrijk. Hierdoor wordt het een enorm eigen opdracht en zullen er waarschijnlijk veel bijzondere affiches ontstaan, met ieder hun eigen verhaal en uitleg erachter. Omdat het een grote opdracht is met veel verschillende fasen, en ik het zonde zou vinden als leerlingen de opdracht wegens tijdgebrek niet af krijgen, zullen we hier een hele ochtend mee bezig zijn.

Doelen

Beeldend doel:
Het eindproduct moet, door gebruik van de beeldaspecten kleur, ruimte en licht, het gevoel oproepen dat de musical, volgens de maker, aan het publiek wil meegeven.

Technisch doel:
Er wordt gebruik gemaakt van foto, waarbij tenminste één aspect bewerkt moet worden met een (foto)bewerkingsprogramma.

Receptie/Oriëntatie (30 minuten)

Introduceren

Beeldcultuur
Aan de klas worden de volgende 2 trailers laten zien van de musicals Shrek en Aïda. 



Na elke trailer worden de volgende vragen, gebaseerd op de ontwikkelingsfasen van Parson, gesteld:

1. Associatieve fase (favoritisme)
Vraag: Wat gebeurde er in de trailer? Op basis van de trailer: Waar denk je dat het verhaal over gaat?

2. Mimetische fase (ambachtelijk)
Vraag: Vonden jullie het een aantrekkelijke trailer? Nodigt het jullie uit om naar de musical te gaan kijken? Waarom wel, waarom niet?

3. Expressieve fase (expressiviteit)
Vraag: Wat voor gevoel kreeg je bij de trailer? Hoe kwam dat denk je?

4. Formele fase (formalisme)
Vraag: Van wat voor technieken werd gebruik gemaakt in de trailer?
Onder de formele fase kunnen verder onderstaande vragen over verschillende beeldaspecten worden gesteld.

5. Interpretatieve fase (open mind)
Vraag: Denk je dat de ene trailer een ander publiek trekt dan de andere trailer? Zo ja, waarom denk je dat?

Beeldaspecten
 
 Naar aanleiding van de trailers gaan we in op enkele beeldaspecten die we in de trailers zagen. Vragen die ik aan de klas zou kunnen stellen, zijn bijvoorbeeld de volgende:

Beeldaspect kleur:
Wat voor kleuren werden er gebruikt in de trailer? Wat voor effect had dat?

Beeldaspect licht:
Hoe werd licht gebruikt in de trailer? Wat voor effect had dat?
 
Beeldaspect ruimte:
Hoe was het gebruik van ruimte in de trailer? Wat voor effect had dit?

Informeren

Beeldbeschouwen
Na het bekijken van bewegende 'affiches' voor een aantal musicals, gaan we met elkaar een aantal 'gewone' affiches bekijken voor een aantal musicals.
 

 
  

Bij deze affiches worden elke keer de volgende vragen bij gesteld die de ontwikkelingsfasen van Parsons aanhouden en die ingaan op verschillende beeldaspcten.
 
 1. Associatieve fase (favoritisme)
Vraag: Wat zie je op het affiche? Waar doet het je aan denken?

2. Mimetische fase (ambachtelijk)
Vraag: Spreekt het affiche je aan? Nodigt het je uit om te komen kijken naar de musical? Waarom wel, waarom niet?

3. Expressieve fase (expressiviteit)
Vraag: Wat voor gevoel geeft het affiche je? Hoe komt dit denk je?

4. Formele fase (formalisme)
Vraag: Hoe is het gebruik van kleuren in dit affiche? Wat is het effect daarvan?
Vraag: Hoe is het gebruik van licht in dit affiche? Wat is het effect daarvan?
Vraag: Hoe is de ruimte benut op dit affiche? Wat is het effect daarvan?

5. Interpretatieve fase (open mind)
Vraag: Op basis van het affiche, waar denk je dat het verhaal over zal gaan?
Vraag: Zal dit affiche iedereen aanspreken of slechts een bepaalde doelgroep?

Instrueren

Beeldend Probleem
Ik vertel de klas dat wij ook al een aantal weken bezig zijn met het maken van een musical. Met elkaar gaan we brainstormen over onze musical. Wat is het voor verhaal? Wat voor gevoelens roepen het verhaal en de personages bij je op? Hoe komt het dat je deze gevoelens hierbij hebt? Als er een aantal verschillende leerlingen met verschillende verhalen aan bod gekomen zijn, vertel ik de leerlingen dat ze deze gevoelens moeten gaan gebruiken bij de opdracht. Ik leg de opdracht als volgt uit:

We gaan een affiche ontwerpen voor onze afscheidsmusical welke het gevoel weergeeft dat de musical volgens jou aan het publiek mee wil geven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van foto of video en tenminste één aspect in het product moet bewerkt worden met een (foto)bewerkingsprogramma. Je werkt individueel. Dat wil zeggen: Je bedenkt zelf welk gevoel je over wilt brengen in je eindproduct. Je bedenkt zelf wat er allemaal op het affiche moet komen te staan, wat voor kleuren je gebruikt, hoe je de ruimte en het licht benut etc. Wanneer je idee klaar en geschetst is, mag je uiteraard andere leerlingen benaderen die een rol spelen in jouw eindproduct. De afwerking van het product ligt echter weer in jouw individuele handen. Uiteindelijk heeft iedere individuele leerling dus een eigen affiche voor de afscheidsmusical.

Tip voor het overbrengen van gevoel: Denk aan de verschillende beeldaspecten die we in de affiches hebben gezien en wat die beeldaspecten voor effect op jou hadden.

Productie/Uitvoering (120 minuten)

Observeren

Beeldend Vermogen
Een aspect dat ik belangrijk vind in deze les is dat leerlingen vanuit een eigen gevoel iets nieuws en origineels creëren. Ze mogen uiteraard geïnspireerd worden uit het getoonde beeldmateriaal, maar het is niet de bedoeling dat ze dit klakkeloos overnemen. Dit zou niet kloppen, omdat de leerlingen iets maken over hun eigen musical en hun gevoel daarbij en niet over de musicals Shrek, Aïda of Petticoat bijvoorbeeld. Ik zal dus observeren of leerlingen met zichzelf in gesprek gaan en zelf aan het ontwerpen zijn. Leerlingen die veel met andere leerlingen praten zal ik daarom in de gaten houden. Niet om het af te kappen, want uiteraard kan brainstormen met elkaar helpen wanneer je het even niet weet, maar vooral om de authenticiteit van het eigen werk te bewaken. Wanneer ik zie dat leerlingen bijvoorbeeld helemaal niet meer individueel aan het werk zijn, zal ik ze de tip geven om vooral bij je eigen gevoel te blijven en niet te veel te kijken naar anderen. Het gaat immers om het overbrengen van het eigen gevoel.

Begeleiden

Werkprocessen
In deze les staan het ontwerpproces en het experimenteel werkproces centraal. Bij het eerste deel van de opdracht gaat het vooral om het ontwerpen, het bedenken wat voor gevoel de musical bij jou oproept en hoe je dit in het affiche kunt verwerken. Wat voor kleuren passen er goed bij? Hoe moet ik het licht gebruiken? Wat voor personen wil ik op het affiche hebben? Wil ik überhaupt personen op mijn affiche hebben? Leerlingen gaan in deze fase van de les dus eigenlijk met zichzelf brainstormen over wat ze 1) willen laten zien en 2) hoe ze dat kunnen laten zien. In deze fase zal ik dus vooral langs lopen en met leerlingen in gesprek gaan. Wat voor ideeën hebben ze? Sommige leerlingen zullen het lastig vinden om gevoelens op te roepen; deze zal ik bijvoorbeeld helpen door bepaalde scènes uit de afscheidsmusical naar boven te halen. Wat voor gevoel roepen die specifieke scènes op bij de leerling? Andere leerlingen zullen het lastiger vinden om te kiezen uit al die verschillende beeldaspecten en hoe je daarmee nu een gevoel neer kunt zetten. Met deze leerlingen zal ik nog eens terug gaan naar de beelden uit de beeldcultuur die we hebben bekeken. Hoe kwam het dat het ene beeld vrolijkheid opriep en het andere beeld eerder spanning of misère? Hoe zou je dat in je eigen affiche kunnen verwerken? Tijdens het ontwerpproces zal ik dus vooral met leerlingen in gesprek gaan en ze door middel van het stellen van vragen de kant opsturen die zij zelf hebben gekozen.

Vervolgens gaan de leerlingen aan de slag met het experimenteel werkproces. Ze gaan hun eigen ontwerp uitvoeren door middel van fotografie. Ze moeten dus figuranten en decor zoeken. Ze moeten een omgeving zoeken waar ze hun affiche willen maken. In deze fase zal mijn begeleiding vooral gericht zijn op het sturen door middel van kleine tips of hints. Als een leerling bijvoorbeeld op zoek is naar personen voor op zijn affiche, zal ik hem of haar wijzen op leerlingen die niets aan het doen zijn op dat moment. Door middel van dat soort kleine tips, die een barricade zouden kunnen vormen in het werkproces, wil ik leerlingen door het experimenteel werkproces begeleiden. Wanneer leerlingen eenmaal toe zijn aan het bewerken van de foto's, zal ik ze vooral bijstaan in de techniek en hoe je bepaalde dingen gedaan kunt krijgen. Deze hulp geschiedt echter wel op gerichte vragen van de leerling, omdat het wel zijn of haar eigen werk moet blijven.

Afronden

Lokaal/tijdsmanagement
Gedurende de les zal ik als leerkracht constant de tijd in de gaten houden. Dit is belangrijk, omdat ik wil dat aan het einde van de les iedere leerling een affiche heeft gemaakt, en het liefst nog goed gelukt ook. Ik zal dus af en toe mededelen dat het handig is om een bepaalde fase (bijvoorbeeld het ontwerpproces) af te gaan ronden en over te gaan op een volgende fase. Hierbij zal ik leerlingen die in tijdsnood lijken te komen steeds bijstaan, zodat ze niet in 'blinde paniek' dingen doen die zonde zijn voor het eindproduct. Ook zal ik daarom constant het saamhorigheidsgevoel opwekken dat het een opdracht is die we uiteindelijk allemaal nodig hebben (het gaat immers om de afscheidsmusical) dus dat we elkaar moeten helpen waar nodig. Heb je bijvoorbeeld even niets te doen, help dan iemand anders tot je zelf weer verder kan. Behalve de tips die ik zo nu en dan geef over het doorgaan naar een nieuwe fase, zal ik ook geregeld concrete tijd omroepen. Vooral tegen het einde, wanneer leerlingen nog 20 minuten hebben bijvoorbeeld. Dit is dan een concreet teken dat ze aan de slag moeten gaan met de bewerking van het affiche.

Reflectie/Nabeschouwing (30 minuten)

Nabespreken

Reflecteren
Voordat we de les klassikaal gaan bespreken, bespreken groepjes van 3 of 4 leerlingen eerst onderling de les. Hierbij wordt nog niet naar de eindproducten gekeken, maar gaat het puur om wat ze van de les vonden. Om de groepjes hierbij te helpen, geef ik ze kaartjes met daarop de volgende vragen:
 
- Wat vond je van de les in zijn geheel? Was je geïnspireerd door het beeldmateriaal bijvoorbeeld? Heeft dit je geholpen om een eigen product te maken?
- Was de opdracht uitdagend? Of te moeilijk, te makkelijk? Waar lag dat aan?
- Wat vond je het beste element van de les?
- Noem tenminste één ding, waardoor de les nog beter had verlopen?
 
Hierna bespreken we de opdracht klassikaal. Per groepje vertelt een leerling wat zij hebben besproken en wat hun antwoorden op de gestelde vragen waren. Ik schrijf mee op het bord. Dit is voor mijzelf direct handig voor de latere evaluatie van de les.

Beoordelen

Beoordelingscriteria (Rubric)
 
 

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Is er gebruik gemaakt van foto, en is er tenminste één aspect bewerkt met een (foto)bewerkingsprogramma?

Er is geen gebruik gemaakt van foto, en er is geen enkel aspect bewerkt.
  
0 punten

Er is gebruik gemaakt van foto, maar er is geen enkel aspect bewerkt.

 
1 punt

Er is gebruik gemaakt van foto, waarbij tenminste één aspect is bewerkt.

 
2 punten

Is er te zien dat het een affiche is voor de afscheidsmusical van groep 8?

Er is niet te zien dat het een affiche is.

 
  
 
0 punten

Er is te zien dat het een affiche is, maar niet dat het voor de afscheidsmusical van groep 8 is.
   
1 punt

Er is te zien dat het een affiche is voor de afscheidsmusical van groep 8.
  
 
2 punten

Brengt het affiche het gevoel van de musical (volgens de maker) over?

Het affiche brengt geen duidelijk gevoel over.

 
 
0 punten

Het affiche brengt een gevoel over, maar niet een ander gevoel dan wat de maker voor ogen had.

2 punten

Het affiche brengt het gevoel over wat de maker voor ogen heeft bij de musical.

 
3 punten

Is het affiche origineel of verrassend?

Het affiche is weinig origineel of verrassend en doet denken aan een van de besproken affiches.

0 punten

Het affiche is origineel, maar had nog verrassender gekund.

 
 
1 punt
 

Het affiche is origineel en heeft verrassende elementen in zich.

   
 

2 punten

Is het affiche goed afgewerkt?

Het affiche is niet goed afgewerkt.

 

 
0 punten

Het affiche is afgewerkt, maar er zouden nog wat kleine dingen verbeterd kunnen worden.
  
0,5 punt

Het affiche is goed afgewerkt en klaar voor gebruik.

   

1 punt

Presenteren

Presentatievorm
Gezien het feit dat we echt bezig zijn geweest met het maken van een kunstvorm, heb ik als presentatievorm gekozen voor een tentoonstelling in de centrale hal van de school. Hier worden de foto affiches in groot formaat opgehangen . Op een vrijdagmiddag mogen alle klassen één voor één langs de tentoonstelling lopen om de gemaakte affiches te bekijken, te beginnen met groep 8 zelf. Bij elk affiche ligt een schriftje waar elke 'bezoeker' een compliment in mag schrijven. Als leerkracht coördineer ik dit hier en daar, zodat iedere leerling een aantal complimenten heeft staan in zijn of haar schriftje. 

Omdat er uiteindelijk één affiche gekozen moet worden die de afscheidsmusical daadwerkelijk gaat vertegenwoordigen, krijgen de leerlingen van groep 8 (die het verhaal van de afscheidsmusical kennen en dus goed in kunnen schatten welk affiche naar hun mening het best het gevoel van de musical over brengt) een stembriefje waarmee ze hun stem uit kunnen brengen welk affiche de afscheidsmusical zal mogen vertegenwoordigen. Om ervoor te zorgen dat niet iedere leerling precies één stem krijgt (namelijk van zichzelf), mogen leerlingen niet op zichzelf stemmen. Het affiche met de meeste stemmen zal overal in de school opgehangen worden en aan leerlingen worden meegegeven om thuis te verspreiden.

Evaluatie

Evalueren

Opdracht en randvoorwaarden
 Na afloop van de opdracht en de tentoonstelling, ga ik met mezelf zitten om het lesontwerp schriftelijk te evalueren. Hierbij zal ik zo nu en dan nog eens wat gemaakte affiches gebruiken, omdat die voor een groot deel zeggen of de doelen die ik voor deze les had, bereikt zijn. Vragen die ik mezelf hierbij zal stellen, zijn de volgende:
 
- Zijn de opgestelde lesdoelen bereikt? Zijn er affiches gemaakt die het gevoel van de musical overbrengen en is hierbij gebruik gemaakt van foto en een (foto)bewerkingsprogramma?
 
- Zo nee, wat waren elementen waar het op mis liep? Waren onderdelen te moeilijk? Was de begeleiding te minimaal? Waren de leerlingen niet gemotiveerd genoeg?
 
- Had ik van tevoren voldoende tijd ingecalculeerd? Of was er te weinig, te veel tijd?
 
- Was er sprake van een veilig lesklimaat? Waarom wel, waarom niet? Wat zouden eventuele verbeterpunten zijn om het lesklimaat veiliger te maken.
 
- Waren er voldoende materialen aanwezig, zodat leerlingen goed aan de slag konden?
 
- Was de les voor mijzelf nog goed te overzien toen de leerlingen eenmaal bezig waren of had ik het idee het overzicht kwijt te zijn?
 
- Zijn de leerlingen gepassioneerd bezig geweest? Of deden ze maar wat?
 
Antwoorden op deze vragen zal ik meenemen in de aanpassingen van deze les, zodat ik de les een ander jaar opnieuw kan geven, maar hij nog beter aansluit bij de leerlingen, het doel, mijzelf als leerkracht etc.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten