College 8: Beeldend Vermogen

In dit college hebben we gekeken naar kindertekeningen en de verschillende stadia waarin kindertekeningen zich kunnen bevinden. Volgens Lowenfeld (1947) bestaan er de volgende stadia in kindertekeningen:

Krabbelstadium (ca. 1 tot 3 jaar oud)
Een periode van krassen, waarmee kinderen het materiaal en de motoriek verkennen. Er wordt gebruik gemaakt van schriftachtige en cirkelachtige vormen.

Pre-schematisch stadium (ca. 4 tot 6 jaar oud)
In dit stadium komt er een eerste schema waarmee kinderen de mens verbeelden: de koppoter. Wat je verder ziet in tekeningen van het pre-schematisch stadium is herhaling, lijnen die elkaar kruisen, haakse hoeken. Verder wordt de opbouw vanuit contour ontdekt.

Schematisch stadium (ca. 7 tot 9 jaar oud)
Kenmerkend aan dit (en deels het pre-schematisch stadium) is dat er steeds meer in schema's wordt gewerkt. Het tekenvel wordt zo ingedeeld dat de bovenkant de lucht is, en de onderkant de grond. Dingen die je veel terug ziet op deze tekeningen zijn de zon, stralen van de zon, wolken, huizen, bomen en mensen. Andere kenmerken zijn omklapping en doorzichtigheid.

Begin van realisme (ca. 9 tot 11 jaar oud)
In deze fase wordt de traditionele wijze van afbeelden belangrijk. Door middel van de tekening moet een verhaal verteld worden, waarbij aandacht is voor de details. Je ziet veel decoratieve patronen met kleur en/of geometrische vormen.

Pseudo-realistisch stadium (ca. 11 tot 13 jaar oud)
Hierin wordt het tekenen van eigen interesses belangrijk. De wens blijft voor een zeer realistische weergave van het object. Er is aandacht voor constructie, en kinderen zijn goed in staat om ruimte te suggereren.  

Pubertijd (ca. 14 tot 17 jaar oud) 
De pubertijd kenmerkt zich door het feit dat kinderen niet meer zo geïnteresseerd zijn in tekenen. Dit komt ook, omdat kinderen nog steeds zo realistisch mogelijk willen tekenen en de eis voor zichzelf daarmee erg hoog leggen. Hierdoor haken veel kinderen in de fase van de pubertijd af. 

De opdracht bij dit college was om 3 verschillende kindertekeningen te analyseren en je hierbij te richten op kenmerken van de ontwikkelingsfasen. Hieronder vind je het resultaat van deze opdracht.

Kindertekeningen


Deze eerste tekening is van Liam (5 jaar). Liam heeft de straat getekend waar hij in woont. Deze tekening bevindt zich in het (pre-)schematische stadium. Dit is te zien aan wat er op zijn tekening staat, namelijk allerlei dingen die hem bekend voorkomen. Hij heeft zijn eigen huis getekend, de zon en een regenboog. Ook worden beide huizen op precies dezelfde manier getekend, namelijk met 3 ramen boven en 1 deur beneden. Hierdoor is er sprake van herhaling, en dit is ook kenmerkend voor het (pre-)schematische stadium. Er is verder sprake van een overall compositie. Er is geen duidelijke grondlijn, maar het hele papier is gebruikt voor de tekening. Zo staat de regenboog eigenlijk lager dan de 2 huizen, en staat daarmee alleen de zon op de 'goede plek'.
 
 

Deze tweede tekening heb ik zelf gemaakt toen ik 5 jaar was. Op de tekening is een piraat te zien op een boot. Deze tekening bevindt zich in het schematische stadium. Dit is te zien aan een duidelijke 'grond' lijn, namelijk de zee. Hierop vaart de boot. Een ander duidelijk aspect van het schematische stadium op deze tekening is de doorzichtigheid van de boot. Je ziet de piraat door de boot heen staan, terwijl je in feite de benen niet zou horen te zien (realistisch gezien). Daarnaast is de piraat ook geen kopbuikpoter meer, maar is het een echt lijf met armen en benen (wel nog zonder nek). Ook hierom past deze tekening binnen het schematische stadium. In de tekening worden verschillende kleuren gebruikt die in te delen zijn in de categorie functionele kleuren. De boot is bruin (hout), de boomstam bruin, de bladeren groen, het strand geel en het water blauw. Precies zoals het er in de echte wereld ook uit ziet.
 
 

 
Ook deze derde en laatste tekening is een tekening van mijzelf (9 jaar), gemaakt samen met een vriendinnetje. Zij deed het bovenste deel met de panter, ik het onderste deel met de ijsvogel. Deze tekening bevindt zich in het stadium 'begin van realisme'. Je ziet heel erg dat er zo natuurgetrouw mogelijk is gewerkt en dat er aandacht is besteed aan verschillende details (zoals de blaadjes in het water, en de worm in de snavel van de vogel). Je ziet hier dat ook de kleuren realistischer zijn geworden. Water is niet meer helder blauw, maar is troebel, precies zoals water in de jungle kan zijn. Daarnaast zie je ook dat de grondlijn verder is opgetrokken, en dat er (als je alleen naar mijn deel van de tekening kijkt) geen grondlijn meer is. De hele tekening bestaat dan uit water met een ijsvogel erboven op een takje. Er is in deze tekening gebruik gemaakt van verschillende kleurnuances, zowel in het water als in de jungle erachter. Verschillende tinten van dezelfde kleur maken het geheel.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten